Oproep tot innerlijk ontwaken
Een zoektocht naar de weg naar binnen
Door Klaas Stuive MCM (Pandit Yogabrahmācarya)
De zes wegen naar binnen
Wat is bewustzijn? Waarom ervaren we lijden? En hoe kunnen we ons bevrijden van de beperkingen die ons klein houden? Deze drie vragen vormen het hart van elke spirituele traditie. In dit artikel verkennen we hoe zes grote stromingen – Vedanta, Boeddhisme, Christendom, Jodendom, Islam en de klassieke Rāja Yoga, elk hun eigen antwoord geven. We ontdekken hoe bewustzijn wordt gezien, waarom lijden ontstaat en welke paden naar bevrijding worden aangereikt.
Maar meer nog, dan hun verschillen, onthult deze verkenning hun gedeelde essentie: een universele roep tot ontwaken. Achter de uiteenlopende vormen en woorden schuilt een gemeenschappelijk inzicht, dat het menselijk bewustzijn een poort is naar het hogere, dat lijden een kans biedt tot innerlijke groei en dat bevrijding niet exclusief is, maar een gedeeld menselijk avontuur.
We zullen zien hoe elke traditie haar eigen weg naar binnen beschrijft, en tegelijk hoe ze elkaar raken in stilte, in compassie, in herinnering. Want wie voorbij de uiterlijke vormen kijkt, ontdekt een diepere eenheid, een universeel pad, dat in elke ademtocht herkend kan worden.
Bewustzijn: van grenzeloos tot begrensd
In Vedanta is bewustzijn het grenzeloze fundament van bestaan, het onveranderlijke Zelf dat alles doordringt. In Boeddhisme is bewustzijn een stroom van mentale processen, zonder blijvende ziel, leeg, veranderlijk en afhankelijk. Christendom spreekt van de ziel, geschapen naar Gods beeld, een unieke, eeuwige kern, die verlangt naar gemeenschap met de Schepper. Jodendom verstaat bewustzijn als een gelaagdheid van de ziel tot leven geblazen door God en levend in relatie. Islam beschouwt bewustzijn als een gave van Allah, verankerd in het hart, een innerlijk kompas, dat getuigt van de Ene. Dam de Rāja Yoga, deze ziet bewustzijn als puruṣa, het autonome, onaangetaste waarnemingsprincipe, dat losstaat van de wervelingen van de geest. Het is de stille getuige, vrij van binding, maar vaak bedekt door mentale ruis.
Alle tradities erkennen, dat bewustzijn dieper reikt dan het lichaam. Na de dood zet het zich voort: In Vedanta en Yoga via reïncarnatie tot bevrijding (mokṣa, kaivalya). In Boeddhisme als karmische stroom tot uitdoving (nirvāṇa), In Christendom en Islam als eeuwige ziel, die verantwoording aflegt en haar bestemming vindt bij God. In Jodendom als een ziel, die terugkeert tot haar oorsprong en rekenschap aflegt, met uitzicht op de nieuwe wereld. Dan in Rāja Yoga als bewustzijn, dat zich losmaakt van de geest en terugkeert tot zijn oorspronkelijke autonomie.
Waarom lijden we?
Lijden is een universeel gegeven. Geen traditie ontkent het, allen zien het als een poort naar bewustwording, zuivering en innerlijke groei. Vedanta: Lijden ontstaat door onwetendheid over onze ware aard. Gehechtheid aan het vergankelijke verduistert het eeuwige Zelf. Boeddhisme: Lijden ontstaat door verlangen, begeerte en gehechtheid, die de cyclus van saṁsāra in stand houden. Christendom: Lijden is een gevolg van de zondeval, maar krijgt betekenis door het offer van Christus. Jodendom: Lijden is een mysterie binnen het goddelijk verbond. In de profetische traditie draagt het bij aan het helen van de wereld. Islam: Lijden is een beproeving van Allah, bedoeld om het hart te zuiveren en de ziel te verheffen.
Dan de Rāja Yoga: Lijden ontstaat door vijf oorzaken van lijden: onwetendheid, ego, aantrekking, afkeer en doodsangst. Deze mentale verstoringen houden het bewustzijn gevangen in dualiteit en wereldse identificatie.
Het pad van bevrijding
Elke traditie biedt een eigen weg om het lijden te overstijgen en tot bevrijding te komen. Hoewel de vormen verschillen, is het doel steeds hetzelfde: innerlijke helderheid, vrijheid en verbondenheid met het Hogere. Vedanta: Door luisteren, reflectie en contemplatie ontdek je dat je altijd al Brahman bent, bewustzijn, dat zichzelf herkent. Boeddhisme: Het Achtvoudige Pad leidt via ethiek, meditatie en inzicht tot het uitdoven van verlangen en het bereiken van nirvāṇa. Christendom: Geloof, genade en liefde herstellen de mens in gemeenschap met God. Jodendom: Bevrijding komt via gebed en innerlijke terugkeer, een weg van herinnering, gehoorzaamheid en heiliging. Islam: Overgave aan Allah, zuivering van het hart en goede daden brengen innerlijke vrede en nabijheid tot God.
Ten slotte de Rāja Yoga: Via het achtvoudige yogapad van Patañjali, van ethiek (yama, niyama) tot meditatie (dhyāna), zuivert men lichaam en geest. In de hogere stadia (dhāraṇā, dhyāna, samādhi) verheft de geest zich boven de gedachten en komt tot directe ervaring van puruṣa. Rāja Yoga is geen geloofssysteem, maar een toegepaste geesteswetenschap: een innerlijke alchemie die het ego harmoniseert, het bewustzijn verruimt en het Zelf onthult.
Bevrijding is geen gelukstoestand, maar helderheid, vrijheid en een diepe eenheid met het hogere – of dat nu Brahman, Nirvāṇa, Puruṣa, God, Jahweh, Isvara of Allah wordt genoemd.
De weg naar binnen
Achter alle religieuze stromingen schuilt dezelfde roep tot ontwaken. De grote spirituele tradities spreken in verschillende talen, maar wijzen naar één werkelijkheid: een dieper bewustzijn voorbij het zichtbare, een innerlijke vrijheid, die niet afhankelijk is van omstandigheden, en een goddelijke vonk, die in ieder mens leeft.
Wat ze in essentie delen is geen dogmatische beleving, maar een uitnodiging. Een uitnodiging om het lijden niet te ontkennen, maar te doorzien. Om het vergankelijke niet te verafgoden, maar te overstijgen. En om het Zelf niet te zoeken in de wereld, maar te herkennen in stilte, in compassie, in herinnering.
De klassieke Rāja Yoga vervult hierin een unieke rol: zij biedt een operationele weg naar binnen, een universele psychologie, die het denken overstijgt en het bewustzijn bevrijdt. Niet door geloof, maar door directe ervaring. Niet door dogma, maar door innerlijke discipline. Zij is de brug tussen filosofie en praktijk, tussen inzicht en realisatie, een stille wetenschap van ontwaken.
Slotbeschouwing
Bewustzijn, lijden en bevrijding vormen samen een universele oproep – niet van uiterlijke religie, maar van innerlijke pelgrimage. Wie hun essentie aanvoelt, ontdekt dat de weg naar binnen geen exclusief pad is, maar een gedeeld menselijk avontuur. Een reis van hoofd naar hart, van verdeeldheid naar eenheid, van vergeten naar herinneren.
In een tijd van uiterlijke verschillen en innerlijke honger herinnert deze universele oproep ons eraan: de waarheid is niet ver weg. Ze leeft in ons, wachtend op herkenning. En wie haar eenmaal ziet, herkent haar in elke traditie, in elke mens, in elke ademtocht.
Klaas Stuive MCM (Pandit Yogabrahmācarya), grootmeester, hoofddocent Academie Raja Yoga Nederland.